De wijngaard van deze druivenranken liggen wat hoger in de bergen zo’n 300 meter boven de zeespiegel. De bodemsoort bestaat uit klei en schelpen. De wijngaarden van de Merlot liggen in Larciano en daar bestaat de bodemsoort uit zand en kalk.
De druiven worden met de handgeplukt. Dit is beter voor de druiven, ze plukken alleen druiven die rijp zijn, de overige druiven blijven hangen. Doordat de wijngaard hoog ligt is machinaal plukken ook lastig. Vervolgens worden de druivensoorten apart van elkaar gefermenteerd.
Deze Supertuscan heeft een geurige neus met overheersende tonen van wilde bramen, frambozen, rode roos en zwarte peper. In de mond is de wijn elegant en in evenwicht met frisheid.
De druivensoorten van deze wijn hebben ieder apart gerijpt. De Sangiovese heeft een rijping van 12 maanden in grote Franse en Slavische eikenvaten gerijpt. De Merlot heeft 18 maanden gerijpt in kleine Franse eikenhouten vaten.